BURGUM, 01-03-2003

Omdat ze het dit jaar voor de vijfde keer deed besloot de JJETTA-company nog groter uit te pakken dan vorig jaar. Toen stond de boel al helemaal op z'n kop dus was ik benieuwd hoe het deze keer zou gaan verlopen.
Naast hoofd-act Reboelje (mèt Remi Adriaansz) waren er optredens van Femmes Vattaal (Leeuwarden), the Lucky Daltons (Leeuwarden) en de Sadelrûkers (Drachten). Een gedeelte van de optredens speelde zich af in de kleine zaal. Voor dit (voor deze keer kritische) verslag beperk ik me tot het Reboelje-optreden in de grote zaal.

In tegenstelling tot bijv. Wommels komt het publiek in Burgum altijd op tijd. Zelfs de notoire laatkomers Akke en Joke (deze keer onder begeleiding) zijn al binnen. Verder zie ik veel gezichten die ik vorig jaar ook al zag. Dit moet wel een hondstrouw publiek zijn! Net als freonenploech "de Mollenbult" slaagt de JJETTA-company er iedere keer weer in het iedereen zoveel mogelijk naar de zin te maken. M'n complimenten!

De line-up van de band is ten opzichte van 2002 op twee plaatsen gewijzigd. Hans "the Horn" Boschma heeft het veld geruimd voor violist Remi en natuurlijk is Durk Hogendorp weer terug. Vorig jaar stond Sido Martens op z'n plek. Verder is er in de loop van de avond nog een gastoptreden van de bekende Burgumer bassist Theunis Bekkema ("ik besef it my moarn pas…"). Een opgewonden en breeduit grijnzende Coen toont me z'n nieuwe speeltje voor deze avond. Een gigantische knoppenbak om het licht mee te regelen. Zoals hij erover praat moet dit het summum zijn. Vorig jaar nog hing er een lichtinstallatie van heb ik jouw daar. Nu niet minder, maar subtieler, en, voor het effect een groot wit doek als achtergrond. Toen was Haaije dè man van het licht; wij doen het nu alweer een hele poos met Coen. Hij is nog jong en wordt beter dan zijn leermeester. Helaas heeft hij niet zoveel tijd gehad om alle mogelijkheden van z'n apparaat te leren beheersen. De doorsnee bezoeker zal daar overigens niet om malen.

Het is kwart over tien geweest. Om de een of andere reden voert de zanger ons voor het eerste nummer terug naar Terschelling 1978. Het jaar van de Swimmer. Een lekker nummer om mee te beginnen. De zaal komt zelfs al een beetje in beweging op het enigszins swingende ritme. Het kost me geen enkele moeite om alle instrumenten te onderscheiden en zelfs de zang is goed te verstaan, maar wellicht komt dat omdat ik die teksten nu zo langzamerhand wel kan dromen. Alsof ze de dikste vrienden zijn, zo gaan ze met elkaar om daar op het podium. Lachen, arm om de schouder enzo. Zijn ze dat dan niet, dan? Natuurlijk, maar het is net alsof ze het allemaal iets "losser" willen doen lijken.

De Muzykman is het eerste nummer dat weer eens lekker uitgemolken gaat worden. Het doet me ineens denken aan wat Tiede me vorige week vertelde. Even een zij-stapje. (voor wie hierin niet geïnteresseerd is, die leest verder vanaf "Langstme"). Hij vertelde over zijn affectie met Keith Richards van de Rolling Stones. Als Tiede speelt dan horen wij natuurlijk wat er aan de oppervlakte komt, maar het gevoel waarmee hij speelt komt vaak niet naar boven, tenminste niet voor iemand die dat niet kan herkennen. Bij hem is dat gevoel altijd heel sterk aanwezig. In z'n artistieke denken en doen is hij zo beïnvloed door die Richards. Dat deed me weer denken aan die keer dat ik de Stones live in de Arena het ene na het andere nummer zag uitmelken. Nummers van oorspronkelijk drie minuten duren er dan zeven. Ik werd er bijna misselijk van. Voor alle duidelijkheid: ik versta onder uitmelken òf een heel lang tussenstuk òf een extra lang slotstuk. Een intro kan me niet lang genoeg duren; dat wekt immers een stukje spanning op? Het is uiterst subjectief, maar ik heb zo m'n bedenkingen bij dat uitmelken. Om drie redenen:
- er zijn maar weinig nummers waarvan extended live-versies populairder zijn dan de oorspronkelijke. Bovendien zijn die nummers dan ook nog vaak in de psychadelische hoek te vinden;
- een lange versie brengt vaak veel van hetzelfde met/door afwisselende instrumenten;
- de timing van het (spot)licht maakt of breekt de performance van de solerende artiest.
Deze Muzykman was volgens mij een voorbeeld van hoe het niet moet. Denk nou niet dat het slecht uitgevoerd werd of zo, maar voor de mannen achter de knoppen (Coen en Ale) moet het een heidens karwei zijn om degene die de aandacht moet hebben die aandacht ook te geven. De performance, het licht en het geluid zouden volgens mij veel beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Bij optredens van de hele grote artiesten wordt het licht zodanig geprogrammeerd dat je blik er automatisch naar toe geleid wordt. Tijdens een gitaarsolo kijk je ook alleen maar naar die gitarist, snap je? Niet als ie al halverwege is, maar meteen. Okee, okee, ik begrijp best dat die bands een tournee doen waarbij ze avond aan avond exact hetzelfde repertoire spelen. Dat is bij Reboelje anders.
De charme van dit optreden is dat er zoals zo vaak weer eens volop geïmproviseerd wordt. Coen (de man van het licht) kan weinig anders dan erop te reageren. Dat moet 'm veel concentratie kosten, wil hij het zo goed mogelijk doen. Helaas pindakaas, maar ondanks alle goede bedoelingen versterkt het effect van het licht de muziek niet of nauwelijks. Het is, nog afgezien van de kosten wat jammer dat je niet al je visuele mogelijkheden benut. Je zou waarschijnlijk dezelfde sfeer oproepen met 2 x 4 spots aan de zijkant van het podium. Nu ben ik toch wel heel ver aan het doordraven. Waar ging het ook alweer over. O ja, het uitmelken van de Muzykman. Maar ja, wat lul ik eigenlijk. Keith Richards heb ik niet gezien en dit is nu eenmaal geen theaterconcert!

Langstme.
Nee, ik begin niet weer, maar omdat ik vandaag toch al wat kritisch ben: Remi had best wel even een kleine pauze mogen nemen. Naarmate deze eerste set vordert stijgt het volume en stijgt ook de temperatuur. Ik sta zo'n beetje midden in de zaal en hoor werkelijk niemand "kwekken". Dat kan ook bijna niet want de muziek staat loeihard, maar om nu te zeggen "het hoeft niet mooi te zijn - als het maar hard is" dat gaat me weer te ver. De band staat nog steeds ontspannen te spelen. De verstaanbaarheid wordt wel wat minder. Dat vind ik niet alleen, dat heb ik meer gehoord. Misschien komt dat weer door de stand van de speakers. Die hadden volgens een kenner een dikke meter hoger moeten staan.

Als ik zo'n verslag als dit maak heb ik meestal nog wat houvast aan een setlist. Op deze setlist stonden een paar spannende dingen. In de praktijk kwam er helaas niet zoveel van en zo zie je maar weer dat je op zo'n lijstje niet kunt vertrouwen. Ik schrijf niets op, maar raadpleeg enkel mijn selectief geheugen. Zo komt Ik haw wûn nog weer bovendrijven. Gewaagd, zo'n ingetogen nummer in deze heksenketel. Marius legt er echter zo'n expressie in en slaagt er redelijk in om de aandacht van het publiek vast te houden. Dat lukt Tsjerk iets minder in Blau Paradys. Het zal dan ook slechts een enkeling zijn opgevallen dat ie het eerste couplet twee keer zong. Met Folksgerjocht won hij iedereen in één klap weer terug. Een mooie performance! En toen was het pauze.

Ja, 't is wel hard, hè. Dat is wat ik het meest hoor. Ze zullen weten dat Reboelje in Burgum is geweest. Helemaal vooraan bij de groupies valt het eigenlijk nog wel wat mee, omdat ze daar nog ietsje vóór de speakers staan. In de pauze herinnert Alletta (zie Kollumerzwaag) mij nog even aan het verslag van het optreden in The Point. Dat ik nog zoiets positiefs kon schrijven over een zeer matig optreden… Ja, 't is de macht van de pen, hè. Leuk om zo nu en dan eens feed-back te krijgen, hoor!
D'r gaan nogal wat consumptiemuntjes over de toonbank tijdens de pauze. Niet voor bier, maar voor gehaktballen! De ballen vallen hier bijzonder goed in de smaak. Zal ik, of zal ik niet? Nee, toch maar een sigaar. De nieuwe Fryske fideograaf is enthousiast over wat hij tot nu toe kon registreren. Wie weet, misschien laat Beart Oosterhaven deze zomer nog wel eens een onvervalste Reboelje-bootleg voorbijkomen. De Omrop laat hem nl. een documentarisch popprogramma verzorgen. Een aanrader voor alle liefhebbers van Reboelje en die andere 83 bands en artiesten.

Terwijl Reboelje aanstalten maakt om de tweede set te beginnen verkas ik weer naar mijn stekkie bij het mengpaneel van Ale. Onverstoorbaar schuift, drukt en draait hij en ik snap er geen bal van. Gelukkig maar, want anders begon ik daar ook nog over te zeuren. Bij wijze van uitzondering is het eerste nummer in deze tweede set Merkeman! Dat nummer heb ik de afgelopen week zeker twintig keer afgespeeld. Ik vind die drums zo mooi. Ook nu weer. Precies goed en in twee minuut en zesendertig seconden. De dame naast mij vind mij maar wat raar. Ik ken haar niet maar ze begint nattigheid te voelen als De lêste nacht ingezet wordt en ik een pilsje van Heine krijg. Hij heeft zo'n mooi JJETTA-shirt aan en ik een colbert. "Hearsto soms ek by dat soadsje?", vraagt ze. "Werom dochsto einliks net in bytsje mei?", vraagt ze weer. Nu tijdens Marije Maria. Ik probeer haar wijs te maken dat ik dit al vijftig keer heb gezien, maar dat vind ze maar Grootspraak. Zelf is ze ook niet al te uitbundig. Ik overzie de situatie. Tja, eigenlijk sta ik hier ook maar wat als een dooie pier met de handen in de zakken of over elkaar. Ik grijp haar vast en dein aan het eind van het liedje een tijdje met haar mee.

Eigenlijk is dit best wel een unieke (ja, zo zie je maar weer na zoveel keer) uitvoering van Marije. Mèt Remi op viool en mèt de bekende Burgumer bassist Theunis Bekkema. Omdat ie niet zeker weet of ie wel gehoord wordt maakt ie een paar misse aanslagen. Zo, nu zijn de zenuwen weg en speelt hij mee al had ie nog nooit iets anders gedaan.
Terug van een jaar lang weggeweest is Femmes Vattaal. We horen ze weer eens met Reboelje op Der is net mear. En, zeg nou eens eerlijk: dat klonk toch als muziek in de oren? Ik gok op de Spaansche mich als volgende nummer. Ik groet de dame naast me, doe een plasje, trek wat kleren uit en worstel mij een weg naar de andere groupies. In mum van tijd ben ik van boven tot onder bezweet, zelfs bij het statige, bijna klassieke Medusa. Theunis draagt de bas weer over aan Tsjerk, die bij tijd en wijle met open mond wordt gadegeslagen Astrid, z'n partner. Die komt vast vaker.

Als voorlopig laatste nummer wordt Trije aangekondigd. Opnieuw met Femmes Vattaal. Net als vorig jaar staan ze tegen de zijkant van de zaal boven het publiek op hun vaten in te beuken. Een en ander zorgt ervoor dat het om ons heen zo nu en dan aardig in beweging komt. Als je niet een beetje meedoet krijg je zelf een beuk. Het loopt zoals altijd weer goed af. Hooguit een paar blauwe tenen. Terwijl het publiek om een toegift schreeuwt bemoedigt Theunis het publiek. Efkes geduld. Ik sil sy wol ophelje. Na een tijdje zijn ze er weer. De een wil dit en de ander wil dat, maar dat doet er allemaal niet toe.

Er is op dit moment geen mooier geluid dan de basgitaar van Tsjerk die de eerste noten van Eilân yn de see inzet (Oh, had ik maar een spotje…). Een gejuich klinkt op en zeven minuten later is iedereen weer bij de les. Voor een Nij begjin. Nog even beschaafd swingen en huppen nu het nog kan. Voor wie het niet meegekregen heeft nog even een beetje uitleg. In het middenstuk is meestal gelegenheid voor wat improvisatie, een gastoptreden of een geintje. Marius stelt de gitaar beschikbaar aan Sido Martens, de man die twee keer op Pinkpop stond. Hij in was De Pleats gesignaleerd, maar helaas voor deze act is hij al, voor de drukte uit, vertrokken. Het mag de pret niet drukken. Na wat gerommel en georganiseer komt nu echt het laatste nummer. Femmes Vattaal is weer terug op de planken voor het eerste Reboelje-nummer dat op (toen nog MC) verscheen: De deade man.

Het is een mooi slot van deze boeiende avond in Burgum. En nu eerst een bal gehakt!

Wat zouden de mensen van JJETTA voor volgend jaar in petto hebben? Een schot voor de boeg dan? Samen met de Mollenbult (MAJO) zijn ze tot unieke dingen in staat. Dat hebben we gezien. Als die twee nu eens ons eigen friese Pinkpop organiseren? Je hebt dan straks één dag Aaipop, iets later twee dagen Majopop (op één of twee locaties) en dan om af te kicken nog één dag Wâldrock.

TEADE

Nog even de gespeelde nummers, maar ik kan er naast zitten. Wie het zeker wil weten belt met Jan Broos, een Burgumer, thans woonachtig op 't Fean.

De nummers van 1-3-3:

Nummer - CD

De deade man; It famke, de hûn en de houtkapper - Reboelje yn in sabeare wrâld
Ik haw wûn; Eilân yn de see - Skepper fan de Skepper
Muzykman; De swarte ridder; Trije - Magysk Teater
Fûgel yn dy - Simmersnie
Swimmer; Wurch; Der is net mear; Dyn prins; Medusa - Medusa
Folksgerjocht; Merkeman; Nij begin - Merkeman
Langstme - Brulloft
Simmersliep; Hein; Marije Maria; Lêste nacht - Oere 0
Blau Paradys - 2005 (nog steeds een gokje)