Franeker, de Koornbeurs 27 april 2002

Jenny en ik waren niet de enige die de Reboelje-tweedaagse hebben gevolgd. Er waren meer dea-hurden. Die hebben net als ik gezien hoe verschillend optredens kunnen zijn. Werd het optreden vrijdags in Engelum min of meer ontsierd door het al te gezellige dorpsvolk (zie www.engelum.com), tijdens het optreden van zaterdag kon je de figuurlijke speld horen vallen. Wat een verademing om dat weer eens mee te maken. De Koornbeurs is de laatste keren dat Reboelje er speelde sowieso een puike locatie. Licht en geluid zijn er, ofschoon ik daar geen verstand van heb, uitstekend. Wie er was moet met mij kunnen vaststellen dat het een sfeervol gebeuren was. En voor wie er niet was volgt hier een verslag. Iets uitbundiger dan anders; het was ook zo mooi…

Wat onmiddellijk opvalt, nog voordat er een noot is gespeeld, is het instrumentarium van onze gastmuzikant en percussionist Sytze Pruiksma. Hij heeft een prominente plek midden op het podium en Rommert is met z'n conventionele drums naar rechts geschoven. Beter zichtbaar dus dan anders. Uiteraard, mag ik bijna wel zeggen, is trompettist Hans Boschma ook weer van de partij. Hij is de eerste die het podium opkomt. Ah, daar komt de rest ook al aan. Een bescheiden maar warm applaus van het publiek volgt en dan wordt er afgetikt. Afgetikt voor Paradys. Tijdens dit instrumentale nummer komen zo'n beetje alle instrumenten voorbij en kan er dus nog iets beter afgeregeld worden. Het tweede nummer gaat er meteen achteraan. Het is Swimmer. Alweer applaus. Swimmer is zo'n nummer dat meteen lekker in het gehoor ligt. Het heeft één van Marius' betere teksten: direct en toch ook weer niet. Hoe de swimmer zelf aan z'n eind komt zal niemand ooit weten, maar dit nummer eindigt gewoon na een minuut of vijf.

Dan kondigt Marius een nummer aan van de cd Merkeman. Een nummer dat niet vaak live gespeeld wordt. Het is Fan it lytse wite húske, ingeleid door The Horn. De tekst , die prima te verstaan is beschrijft de dromen die een gevangene heeft over z'n vrouw, z'n kinderen en hun lytse wite húske. Ik heb eens gelezen dat de inspiratie voor dit nummer is opgedaan tijdens de trip naar Polen. Als je iets heel mooi vindt mag je best wel een traantje laten. Dat gebeurt dan ook. En het applaus houdt langer aan. Der is net mear volgt. De voornaamste zangersrol hierin is voor Tsjerk. Hij doet ook de volgende. Kom mar, kom mar. Ademloos gadegeslagen door het hongerige publiek. Sommige schudden hun hoofd op het ritme van de muziek. Kom mar tichterbij. Het volgende nummer is Langstme; net als Kom mar van de Brulloft. Langstme (verlangen) wordt gezongen door Durk. Hij is er weer helemaal al kan hij nog niet teveel op en neer springen. Dat hoeft hier vandaag ook niet.

Hans Boschma tettert vrolijk tussen de nummers door. Soms krijg ik het idee dat het iets teveel van het goede is en dat er wel een kurk in mag. Maar hij is een man die niet stil kan zitten. Met tomeloze inzet improviseert hij daar waar hij de ruimte krijgt. Wie hem voor het eerst zag moet daar toch zeker enige bewondering voor kunnen opbrengen. Hij speelt met Reboelje sinds de presentatie van Wûnslân en is zo nu en dan tijdens live-optredens meer dan aanwezig. In Heitelân speelt ie geen noot teveel. 't Is ook een beetje zijn nummer. Mijn buurman Jan en ik zijn het er over eens. De nummers worden mooier en mooier, maar ja, u weet het misschien: wij zijn een beetje maf. De eerste set vliegt voorbij. Nog twee nummers: Ferdivedaasje en Ik haw wûn. Het eerste nummer, genoemd naar het radioprogramma met dezelfde naam van de lokale omroep Mercurius uit Leeuwarden (of is het nou andersom), komt van Magysk Teater uit 1991. Magysk Teater is op zijn beurt weer afgeleid van De Steppewolf, een boek van Hermann Hesse. Er staan nog meer nummers van dit album gepland voor vanavond. Het tweede nummer komt van de debuut-cd uit 1989 en nodigt uit tot meezingen, maar dit publiek is goed opgevoed en laat Marius het werk doen. Het is pauze. Even afkoelen.

In de pauze probeer ik meestal uit te vissen wat de kenners er van vinden. Doordat ik zelf zo enthousiast ben over de eerste set vertel ik ze echter mijn verhaal en vergeet hen te vragen. Nou ja, er was niemand zo enthousiast als ik; daar ben ik nog wel achter gekomen. Mink Z. was ook enthousiast, maar dat was meer omdat hij pas om half tien kwam aankakken en de eerste set dus grotendeels gemist heeft. Na een sigaartje (nu m'n kop op de fansite staat heb ik een naam hoog te houden) en een paar biertjes gaan we weer richting het pluche voor de tweede ronde.

Omdat iedereen zo braaf en stil is durft Tsjerk het wel aan om Brânmerke famkes te zingen, zichzelf begeleidend op gitaar als een echte troubadour en geheel onversterkt, akoestisch of unplugged wat u maar wilt. Ik vertel u nu alvast dat er na elk nummer stevig geapplaudiseerd wordt, dus nu ook. We hebben nu tien nummers gehad en ik schaam me dat ik nog niets over Sytze Pruiksma heb verteld. Hij is een kunstenaar op percussie en misschien nog wel meer. Afgestudeerd op het Conservatorium en, omdat hij zo goed is, een druk bezet man. Hij is ook nog acteur bij Tryater. Het is echt boffen dat hij er is. Maar ja, hij vindt ook zo leuk om met Reboelje op te treden en daarom staat hij hier. Ik zal het niet teveel romantiseren, maar bijna alles wat hij aanraakt en geluid maakt is een welkome aanvulling zo niet variatie op wat de andere vijf al presteren. Zoals bijvoorbeeld op Dizze jûn. Had u dat al eerder gehoord met pauken erbij? Hierna luisteren we naar Hein. Ik zie instemmend geknik om me heen, want dit is weer een van de bekendere nummers. En wat dacht je van Marije Maria? Een andere heer naast me begint ineens te leven. Tijdens een gelegenheid als deze wil de band dit nummer wel eens akoestisch doen, maar vanavond niet. Het eind wordt lekker zwaar aangezet en Tsjerk komt er nog maar net bovenuit met z'n fluitje.

Fûgel yn dy komt van de cd Simmersnie en die is ook al weer tien jaar oud. Ik heb al vaker geschreven dat veel van deze muziek tijdloos is en dat geldt ook voor de fûgel. Hans Boschma en Tiede pakken stevig uit tijdens dit nummer. Van Magysk Teater (van dat boek, hè) is Noflike jacht #2. Het nummer is gebaseerd op het verhaal van Harry en Gustav die bovenin een grote pijnboom zijn geklommen en wonderlijk uitzicht hebben. Een deel van dat nummer is door Tiede geschreven. Marius doet het geheel solo op keyboard, tussenspel op dwarsfluit van Tsjerk en, om mij te pesten zeker, zo nu en dan een echo.
Tijd voor het favoriete nummer van Beart Oosterhaven. Hij zit vanavond bij Liet 2002 en ziet daar Flat Out (ook bekend van Reboelje) winnen, maar dat terzijde. De ene uitvoering van Folksgerjocht is de andere niet, maar deze krijgt dankzij de percussie nog meer kracht. En wat te denken van het licht. Zoeklichten van boven en van onderen vormen tezamen met veel rook een indrukwekkend schouwspel. Het gaat er behoorlijk heftig aan toe; materiaalpech voor Rommert is het gevolg. Hij herstelt het snel. Het gaat verder met Gjin liger, opnieuw van Simmersnie. Nu met één zoeklicht, gericht op de zanger zelf. Als laatste nummer deze set volgt, van de gelijknamige cd, Medusa. Altijd mooi om te zien hoe lastig Tsjerk het heeft met het switchen tussen mondharmonica en dwarfluit. Een staand applaus deze keer.

We blijven staan klappen totdat de mannen terugkomen voor de toegift. Nij begjin, opnieuw van de cd Merkeman. Ach, we blijven nu ook maar staan. Dit nummer swingt lekker. Hans Boschma mag nog eens uitbundig toeteren en wij, wij klappen rustig door. Trije is het volgende nummer. Meestal is dit het laatste nummer, maar qua timing komt het nu veel beter uit. Trije is ook van Magysk Teater, maar is niet ontsproten aan het eerdergenoemde boek. Bij dit nummer moeten we wel meezingen en dat doen we dan ook naar hartelust. Met het statige Tunnel fan it ljocht (van de Brulloft) komt er een eind aan dit optreden. Mooi om te zien is de interactie tussen Tiede en de beide blazers. Hij staat ze als het ware op te wachten om in te vallen. Het is een waardige afsluiter van één van de betere Reboelje-optredens, waarbij ik voor het gemak Hans en Sytze ook maar even tot Reboelje reken.

Voorafgaand aan dit optreden had ik zo m'n twijfels. Reboelje heeft van alles en nog wat aan de kop en tijdens optredens gaat er nog wel eens wat fout. Zouden ze die 110% concentratie kunnen opbrengen voor een luisterpubliek? Het blijft live, semi-professioneel en vaak kan er niet optimaal geoefend worden. Achteraf vind ik dat het goed gelukt is. Dit was er weer eentje met sfeer en emotie. Maar misschien was je er zelf ook en ben je het helemaal niet met mij eens. Reageer maar!

Teade de Groot