Engelum, Skerne
Wibe 26 april 2002
Het goede doel optreden van Reboelje vond dit jaar plaats in Engelum en stond
in het teken van activiteiten van de organisatie Warchild. Hier en daar hingen
posters en lagen strooifolders. Tenslotte werd je bij de uitgang nog een acceptgirokaart
in de handen gedrukt. Zo'n 215 betalende toeschouwers passeerden de kassa. Veel
van hen kwamen uit het dorp zelf. Zoals bekend komen Rommert en Marius zelf
uit Engelum. Ze hadden
blijkbaar behoorlijk gelobbyd om het dorpshuis uitverkocht te krijgen. De weersomstandigheden
waren nou niet je dat. Stromende regen, harde wind; nee binnen was het beter
dan buiten. Maar buiten stond nog wel snackwagen en een wagen met gebraden kippetjes.
Wat dat betreft was het prima voor elkaar.
Je weet het maar nooit tegenwoordig. Aanvang 20.00 uur stond er op het programma,
dus wij zijn er om acht uur. Toch duurt het tot kwart over negen voordat Reboelje
het podium opkomt. Nu weer eens in de vertrouwde samenstelling zonder gastmuzikanten.
Paradys, Muzykman en Swimmer zijn de eerste drie nummers. Ze worden
achterelkaar gespeeld. Het klinkt goed, erg goed zelfs. Dit belooft nog wat,
denk ik. Eigenlijk verwacht ik een waar gekkenhuis in de tweede set. Ik kom
bedrogen uit. Bij de rustige nummers als Langstme zetten de dorpsgenoten
het op een gekwebbel, dat wil je niet weten. In één klap is mijn
vertrouwen in muziekminnend Engelum foetsie. Op het toilet zegt iemand tegen
de ander: "wat doe ik hier eigenlijk? 't Is zeker omdat ik 10 euro heb
betaald, maar anders
"
Desondanks doet Reboelje z'n uiterste best. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het
volgende nummer. Na lange tijd staat Ferdivedaasje op de setlist. Het
begin is enthousiast, maar als de tekst even zoek is wordt handig overgeschakeld
naar een lager tempo en komt het nummer verrassend goed tot een eind. Zo gaandeweg
deze eerste set wordt de uitvoering wat minder strak en wordt het niveau van
de eerste nummers af en toe nog gehaald. Dat is dan vooral te danken aan de
vrije rol die bijv. Tiede krijgt.
Ook Marius kan zich lekker uitleven
op de toetsen. Tijdens Ik haw wûn doet zich zo'n gelegenheid voor.
Het wordt een hele mooie uitvoering. Marius haakt in op het goede doel van deze
avond en trekt zich het lot van onderdrukte kinderen aan. Zo komt het dat de
variatie in uitvoering bijdraagt aan een acceptabel niveau. Ik heb sowieso al
een tijdje het idee dat de band niet "groeit", maar min of meer plichtmatig
opereert. Een verklaring daarvoor is echter ook gauw gevonden. Er wordt vast
veel tijd en energie in het nieuwe project "Blau paradys" gestoken
en de optredens moeten er dan nog "even tussendoor".
De pauze tot de tweede set duurt behoorlijk lang. Zouden de mannen hetzelfde
denken als ik?
Die tweede set begint met Nij begjin. Een gekkenhuis blijft uit, al wordt
er voorin volop en vol overgave gedanst. Alie K. en Tsjerk hebben "contact"
en zo nu en dan gaat er iemand op de schouders. Folksgerjocht en Noflike
Jacht wisselen elkaar mooi af. Het laatstgenoemde nummer wil nog wel eens
meegebruld worden, maar dat zit er vanavond ook niet in. It famke, de hûn
en de houtkapper wordt wel meegezongen. Daar wordt mooi op ingespeeld. Ik
volg het met aandacht en krijg prompt Pytsje R. over me heen: "sjochsto
altyd sa serieus?!". Okee, ik moet ook maar wat meer gaan meedoen. Dat
kan goed bij Gjin liger. Tiede heeft een andere gitaar gepakt en speelt
samen met Durk een prachtig intro. Veel rook, mooi licht en prima
gitaarwerk maken dit misschien niet tot het beste maar wel tot het mooiste
nummer van de avond. In de toegift horen we nog de Tunnel fan it ljocht,
De lêste nacht en uiteraard Trije. Half één
is het feest weer voorbij. Na even snel wat meningen gepeild te hebben blijkt
dat we een "machtig" optreden hebben gezien. Vanavond treedt Reboelje
alweer op. In Franeker krijgen we weer eens een theaterconcert voorgeschoteld.
Het grote voordeel daarvan is dat je tijdens de nummers geen gekwebbel hebt.
Voor de band betekent het 110 % concentratie. Dat doe je er zo maar niet even
tussendoor.
Wordt vervolgd
Teade de Groot