Wommels, Dielshūstheater 8 december 2001
Zo
tegen het eind van het jaar komt alles bij elkaar: het geduld van de trouwe
Reboelje-volger wordt beloond; de Stjerrejūn-ganger die meer van Reboelje wil
zien komt aan z'n trekken; de Wommelser die nu wčl komt omdat ie kan zitten
en ook omdat het voor de jeugd te vroeg op de avond is; tenslotte, de mogelijkheid
voor Reboelje om wat nieuwe dingen uit te proberen. Zo had dit optreden voor
de band misschien wel iets van een try-out en was het voor het gros van het
publiek het weerzien met een nieuw Reboelje. Want wie de band zo'n twee keer
per jaar ziet en dus nu weer aan het werk ziet, kan bijna niet anders dan met
mij constateren dat er een andere band op het podium staat. Het is alleen zo
jammer dat de muziekrecensent niet op deze optredens afkomt, maar de band afrekent
op het moment van het uitkomen van een nieuw album of een cd-presentatie. Wat
is er dan nieuw aan Reboelje zul je je afvragen? Ja, dat is niet in een paar
regels te vatten, daarvoor moet je eigenlijk zelf naar een optreden komen, maar
het belangrijkste zit 'm toch wel in de uitstraling van de frontman. Met gepaste
trots zoals dat zo mooi heet weet zanger Marius de Boer de nummers meer en meer
aan elkaar te praten. Vorig jaar nog bestond er voor mijn gevoel een zekere
afstand tussen de artiest Marius en zijn publiek. Hij zei geen woord
teveel en alle bewegingen die nodig waren op het podium hoorden bij het "toneel"
dat je telkens weer opvoert. Het is achteraf eigenlijk heel vanzelfsprekend
dat er zo nu en dan eens een vermomming (baardje, pet of pruik) aan te pas moest
komen om weer even de artiest te kunnen zijn. Als je Marius na afloop sprak
en nu nog spreekt (dat kan gewoon bij deze 'non-gimmick') is het de bescheidenheid
zelve die er tegenover je staat en dat komt omdat je dan even niet met de artiest
maar met de mens Marius van doen hebt. Kijk, bij die andere mannen is
dat verschijnsel nooit aan de orde geweest. De laatste tijd, dit is geheel voor
mijn rekening, lijkt Marius het evenwicht gevonden te hebben tussen de artiest
en de mens en dat komt de totale uitstraling van het product Reboelje die ik
hiervoor noemde in belangrijke mate ten goede. Iedereen presteert er beter door.
Het zelfvertrouwen is dankzij het uiterst succesvolle Wūnslān-project met sprongen
toegenomen. 't Is niet alleen dat project maar ook de erkenning in de friese
(dag)bladen, het spelen op andere belangrijke momenten (Stjerrejūn, Śteinrock,
Felix Meritis en Abe Lenstra-stadion) dat ze zo langzamerhand ook eens een potje
kunnen breken. Of keuzes maken: dit doen we wel en dat doen we niet. Eigenlijk,
en dat bedacht ik me afgelopen week, zijn wij, luisteraars van Reboelje, een
stel bofkonten dat deze band nog nooit door het grote publiek is ontdekt en
het daarom nog steeds iets van een uit de hand gelopen hobby heeft. Toch is
het nieuwe Reboelje wel degelijk professioneler geworden. Dat zie je vooral
terug buiten het optreden. Betere apparatuur, goed soundchecken, goede belichting
(geef mij Coen maar), liever zelf niet meer opruimen, na afloop even informeren
hoe het allemaal klonk en, heel belangrijk zelf kritisch blijven.
Nou, genoeg hierover want ik zal jullie nu verslag doen van het bijzondere optreden
in Wommels, afgelopen zaterdagavond. Kom op tijd werd gezegd, want we beginnen
al om acht uur. Nu weet ik uit ervaring dat dit wel een beetje meevalt en daarom
haal ik eerst nog even een snackje op de hoek, alwaar Douwe P. net een bestelling
voor bijna honderd gulden opgeeft. De mannen van Reboelje moeten zelf ook nog
wat eten en dus hoef ik me al helemaal geen zorgen meer te maken. Een half uur
later zit ik aan de koffie in het Dielshūs. Het lijkt best wel gezellig zo met
die stoelen. (Mijn) Jenny is al present en zit vooraan met de rest van de familie.
Ze krijgt ook koffie van mij, maar dan over de kleren, dus ik maak me gauw weer
uit de voeten. Vooraan zitten lijkt me maar niets en daarom zoek ik het hogerop,
op het balkon. Het uitzicht bevalt me er prima maar aangezien ik oog voor details
wil houden ga ik weer naar beneden en kruip ik naast Akke en Joke; die zoeken
altijd het mooiste plekje. Meteen krijg ik praatjes alsof IK soms de bikkel
ben waarom in contactadvertentie in de laatste HAMANARAS is gevraagd. Dat ben
ik niet maar ik mag blijven.
Het is inmiddels bijna kwart over acht en het licht gaat uit. Als de donkere
gedaantes op het podium hun plek hebben ingenomen kondigt Marius het eerste
nieuwe nummer aan: Dyn geheim. Een erg rustig nummer zonder grote tempowisselingen.
Ik heb me niet op de tekst geconcentreerd maar hij was goed te verstaan. In
nagenoeg hetzelfde tempo gaat het verder met Myn freon. Vanavond zijn
de drie achtergrondzangeressen Sanne, Femke en Marieke erbij. Zij hebben
ook meegedaan op Wūnslān en op de Stjerrejūn en zorgen bij dit nummer voor de
ooohs en de aaaahs. Het volgende nieuwe nummer is Stjerrende wier en
wordt
gezongen door Tsjerk. Het is een vrolijk klinkend nummer met een
belangrijke rol voor de toetsen. De tekst goed zingen kost de nodige concentratie,
temeer omdat Hans "The horn" Boschma de setting is komen versterken
en daar waar mogelijk zijn trompet laat schallen. Een experiment. Niet zozeer
voor Hans Boschma, alswel voor Reboelje, maar daarover later meer. We gaan er
nog eens extra voor zitten als Marius Dizze jūn aankondigt. Dit nummer
kent wel die tempowisselingen en ondanks het gemis van de huilende gitaar van
Tiede op het eind is dit een hele knappe uitvoering die door de volle zaal met
een luid applaus wordt onderstreept. Omke Jan is alweer het vijfde nummer.
Het wordt ook zo'n beetje voor de vijfde keer gespeeld en klinkt deze keer veel
minder feestelijk dan anders. Tiede speelt wat andere loopjes en dat klinkt
best wel lekker. De
dames geven volop swing aan het refrein en The horn toetert er weer
lekker tussendoor. Met de gepaste trots waarover ik eerder sprak kondigt Marius
vier nummers van het Wūnslān-project aan. Eigenlijk zijn het er zes omdat Wa
wit noch hoe't it wie/Hoe soe it wźze en Do hearst der by diel 1/diel
2 apart op de cd staan. Naast deze nummers horen we het titelstuk
Wūnslān en de fryske simmerhit van volgend jaar Heitelān. Allemaal
nieuwe nummers dus, waarvan Wūnslān al een paar keer eerder is opgevoerd. Deze
keer echter met de originele setting en dat smaakt echt naar meer. Met name
Do hearst der by is evenals toen, live in Witmarsum, weer van een uitzonderlijke
klasse en Heitelān wordt zo onbevangen gebracht waardoor het lijkt of het allemaal
vanzelf gaat. Uiteraard weet het steeds enthousiaster wordende publiek dit ruimschoots
te waarderen. Het laatste nummer voor de pauze is het nog steeds niet op cd
verschenen Leafde en frijheid, of zoals het vandaag op de setlist staat:
witsto wat leafde is? Een rustig en zwaarmoedig nummer met veel samenzang erin.
Overwegend blije gezichten zijn het die ik in de pauze zie. Ik denk dat dat
achter het podium net zo is, daar is tenminste alle reden toe. Nu blijkt ook
dat het optreden op de Fryske Stjerrejūnen niet voor niets is geweest want er
zijn veel mensen die Reboelje daar hebben "ontmoet". Akke en Joke
moeten helaas weg, maar ja die hebben Reboelje al meer dan honderd keer gezien
en schrikken niet zo snel van iets nieuws. Verschillende mensen schieten mij
aan over wat er wel niet allemaal in het verslag komt te staan. En dat terwijl
ik op dat moment eigenlijk helemaal niet van plan ben hiervan een verslag te
maken. Sommige durven al niet eens meer vrijuit te praten als ik in de buurt
ben, nou moet het niet gekker! Misschien is het voor Hanneke of voor die andere
trouwe Reboelje-vrouwen die er vandaag niet zijn dat ik toch maar iets moet
proberen te onthouden. De tweede set begint met de saxofoon van Tsjerk die Langstme
introduceert. Een spontaan applaus komt los bij Marius' eerste toetsaanslagen
als teken dat het publiek er echt zin in heeft vanavond. Hierna komt een lekkere,
zware uitvoering van Kom mar, kom mar. Tsjerk bespeelt het publiek op
de voorste rijen door helemaal op de knieėn te gaan. Het wordt zeer gewaardeerd.
Tegenstellingen in de muziek is Reboelje niet vreemd en van dit zwaar geschut
gaan we over naar een akoestische uitvoering van Marije Maria. Al
wandelend door de zaal met minimale begeleiding worden de drie zangeressen
opgepikt en wordt het publiek uitgenodigd mee te zingen. Heel bijzonder allemaal.
Dan weer over naar het ruigere werk. Achtereenvolgens komen voorbij Muzykman,
Der is net mear, Simmersliep en Hein. Het zijn nummers
die we zo langzamerhand kunnen dromen. Dat geldt ook voor Fūgel yn dy,
maar daar is weer het nieuwe Reboelje want zichtbaar spontaan krijgt The Horn
de ruimte voor een spetterende solo. Ademloos gadegeslagen door het publiek
en uitstekend ondersteund door de andere muzikanten laat hij zien wat zijn manier
van improviseren is. Tsjonge, wat pakt dat goed uit in dit nummer. Een terecht
applaus tijdens dit nummer en een nog overdonderender na afloop ervan moet iedereen
doen beseffen dat deze "toevallige" samenwerking een vervolg verdient.
Het voorlopig laatste nummer is de Tunnel fan it ljocht. De uitvoering
met orkest op de Stjerrejūn was bijzonder, maar deze mag er ook weer zijn. Hans
en Tsjerk blazen tegen het einde lekker
met elkaar op en ook dat pakt weer heel goed uit. Na een hele korte
break is het tijd voor de toegift die begint met een reisje naar Medusa.
Dat nummer staat gewoon als een huis. Inmiddels zit ik toch vooraan en zie dat
Jenny zichtbaar moeite heeft om op de stoel te blijven zitten. Eindelijk: Trije
... en iedereen gaat er maar bij staan, al zullen sommige nu nog niet weten
waarom en waarom we met alle macht het hee-o-hee-o-o uitkramen. Simpel: bij
het voetballen is het olé olé en hier is het net iets anders. 't Is mooi om
te zien dat iedereen nog eens even lekker uit z'n dak gaat en dat werd tijd
ook. Dit theaterconcert wordt afgesloten zoals het begon, geheel in stijl met
het stemmige Djip yn myn siel, waar het vuur nog volop brandt. Het langdurig
staand applaus zegt meer dan duizend woorden. Als ik twee uitschieters
mag noemen dan zijn dat voor mij Do hearst der by en Fūgel yn dy, omdat de samenwerking
hier erg goed tot z'n recht is gekomen.
Ik zou nog even terugkomen op het experiment. Marius kondigde tijdens het optreden
al aan dat de band druk bezig is met de opvolger van De Oere 0 en met het volgende
(Boele Bregman-)project met een mooie blauwe naam. Waarschijnlijk gaat Hans
Boschma op beide albums meedoen en dit theaterconcert kon hij zich wat "inspelen"
in de ongecompliceerde muziekhistorie van Reboelje. Die man heeft er meer verstand
van dan ik en hij maakte mij duidelijk dat de akkoorden en partijen van Reboelje
bepaald niet logisch in elkaar steken. De afgelopen week heeft hij de acht eerdere
albums aandachtig beluisterd dus hij weet waarover hij praat. Wellicht kan door
zijn invloed het geheel naar een nog hoger plan tillen. Eindelijk een fan erbij
die ook nog verstand heeft van muziek. We kregen er deze week ook al eentje
bij die verstand heeft van voetbal, zo bekende Foppe de Haan in de Volkskrant.
Nu nog een fan erbij die een aardig stukje kan schrijven ...
TEADE
Hieronder weer even een lijstje van welke albums de gespeelde nummers komen.
Dyn
geheim; Myn freon; Stjerrende wier; Omke Jan; Leafde en frijheid |
nieuw,
nog niet op cd |
Wūnslān; Hoe soe it wźze, Do hearst der by; Heitelān |
Wūnslān
(2001 en niet in de handel) |
Marije
Maria; Simmersliep; Hein; Djip yn myn siel |
De
Oere O (2000) |
Langstme;
Kom mar, kom mar; Tunnel fan it ljocht |
De
Brulloft (1996) |
Dizze
jūn; Der is net mear; Medusa |
Medusa (1994) |
Fūgel yn dy |
Simmersnie
(1992) |
Muzykman;
Trije |
Magysk
teater (1991) |