Witmarsum, 29 september 2001 Wûnslân, jim dûnslân

Voorafgaand aan het optreden in Bantega hoorde ik voor het eerst van het nieuws dat Reboelje de muziek zou verzorgen rondom de opening van het nieuwe gemeentehuis van Wûnseradiel. Ik heb er in m’n verslag over die avond nog wat fantasie aan toegevoegd en dat was het dan. Eind september zou het uitgevoerd worden en dat was toen nog een heel eind weg, bovendien zat er nog een lange zomervakantie tussen. De opening was voor genodigden, maar gelukkig zou Reboelje ook nog op de aansluitende open dag spelen. Nu ik dit intik is het alweer oktober en hebben we het al achter de rug. Als je niet met het Reboelje-virus bent besmet (met dank aan Hanneke) dan heb je er vast niets van gemerkt en zul je er ook weinig meer van merken. Als je wèl een liefhebber bent en je was erbij dan mag je jezelf gelukkig prijzen dat je de moeite hebt genomen om op die mooie zaterdagochtend naar Witmarsum af te reizen. Tenslotte, als je liefhebber bent en niet in de gelegenheid was dit mee te maken dan heb je volgens mij echt iets gemist. Ik zal proberen het hieronder voor je samen te vatten. En voor die mensen die er wel waren; die kunnen nog eens nagenieten . . .
Ter inleiding eerst even iets over wat er aan vooraf ging. Er zal iemand op het idee gekomen zijn de opening van de nieuwbouw en het verbouwde gemeentehuis enige luister bij te zetten in de vorm van een muzikale hulde. Hulde aan die man of vrouw! Het werd Reboelje dat de eer kreeg om er iets van te maken en er is uiteindelijk een verhaal uitgekomen met verschillende thema’s. Daarover heb je in de HAMANARAS kunnen lezen. Het geheel is op cd gezet en gaat als relatiegeschenk de wereld in. De teksten zijn allemaal door Marius geschreven. Ik neem aan dat hij zich verdiept heeft in de historie van dit deel van onze provincie en van daaruit zijn fantasie heeft vermengd met een flinke portie realiteitszin. Ik ga er geen waardeoordeel over geven behalve dan dat ik het erg knap vind om van niets zoiets te maken. Ja, dan is er tekst en moet er nog muziek onder. Tjerk en Marius tekenen hiervoor. Hawar, wat overblijft is het eindproduct en dat is wat we deze dag konden consumeren. Via de radio was één van de tracks al een paar keer te beluisteren. Wat ik daar hoorde was een lekker in het gehoor liggend nummer waarop alles uit de kast wordt gehaald: een ietwat bombastisch aandoend nummer met blaasmuziek, zangeressen, een koor en Femmes Vattaal. Dat smaakt naar meer, denk ik dan. Vooraf was dus bekend dat we zelf aan een cd-tje moesten zien te komen aangezien het schijfje zeker de eerste twee jaar niet in de handel komt. Zonder connecties kom je tegenwoordig nergens en zo kon het dat wij de cd vrijdag’s in huis hadden. Dus om nou te zeggen dat we helemaal blanco naar Witmarsum togen, nou nee. Dat gaf me misschien daarom juist de gelegenheid zo nu en dan iets op te schrijven.
Na wat soundchecken wordt tegen twaalven het eerste nummer van de cd, Wûnslân (jou it kleur), in z’n geheel uitgeprobeerd. Let wel, met de tekst zoals die in HAMANARAS staat en niet met de tekst zoals die op cd staat. Iedereen tevreden? Mooi zo. De man naast mij is de burgemeester. Ik breng hem namens jullie de complimenten over. Hij is zichtbaar enthousiast en vertelt nog dat het die woensdag (officiële opening) overdonderend is geweest. Om half één gaat het dan echt beginnen. De opening is ijzersterk. Marius zingt Wûnslân, jou it kleur (I). Eigenlijk is iedereen er een beetje stil van. De trompettist was zelfs verrast en komt nog snel aanhollen. Intussen is het erg druk in de hal van het gemeentehuis. Die hal staat vol, de mensen staan voor de ingang, de trap op en ook de verdieping is goed vol. Ik schat zo’n tweehonderd makke schapen in een hok. De setting is: Reboelje op de planken, Rommert rechts achterin en dus niet in het midden. Naast hem in het midden drie zangeressen en daarachter (tegen de achterkant van het podium) de vaten van de Femmes Vattaal. Rechts voorin (tegen de zijkant van het podium) staat onze trompettist Hans Boschma met zijn blaasinstrumenten. Een welverdiend applaus en een joehoe(!!) voor dit eerste nummer. Trotse en soms blije gezichten van de fans. Het tweede nummer is Wa wit noch hoe ‘t it wie, gezongen door Tsjerk en met Rommert op djembé. Zo lekker stiekem in het hoekje en hoofdschuddend zoals dat hoort. Alweer applaus. Voor het intro van nummer drie Do hearst der by (I) komt de trompettist voor het eerst in actie. Nou, die geeft wel even een visitekaartje af, hoor. "Kom uit de bedstee" heb ik opgeschreven, daar leek het wel wat op. Een heftig intro dat overgaat in een oase van rust en Marius die zichzelf op orgel begeleid. Een luisterliedje en als de achtergrondzang erbij komt staan sommigen al met open mond te kijken. En dan, daarom kijkt Marius omhoog, komt de verrassing vanaf de verdieping. Daar zet operettezangeres Ineke Scheen een korte aria in. Nauwelijks bekomen van die verrassing neemt één van de zangeressen het over. Ik heb niet veel verstand van stemmen maar dit klinkt zo zuiver en onschuldig; spontaan komt het pikefel opzetten. Het kabbelt zo lekker door en tegen het eind komt de kracht en snelheid van het intro terug in dit nummer. Wauw, wat een einde! Een zeer terecht applaus en nog voor we iets tegen elkaar kunnen zeggen zet Tiede een zwaar gitaarintro neer. Stimmen is het volgende nummer. O, wat klinkt dat toch lekker. Het doet me denken aan een nummer van het Face value-album van Phil Collins. De mensen staan inmiddels al lekker mee te deinen, valt mij op. Later komen de Femmes en de trompet er bij. Even alles uit de kast, zo klinkt het. Hoe soe it wêze is het vijfde nummer. Het thema van de muziek is gelijk aan het tweede nummer, maar nu met Rommert gewoon weer op drums. Tsjerk doet de zang weer. Het thema van het derde nummer (met dat fantastisch einde) komt terug in Do hearst der by (II). Nu geen heftig intro, maar een swingend begin. Marius zet weer voorzichtig in, al gauw wordt hij weer gesteund door de prachtige achtergrondzang en dan komt het geniale sluitstuk. Zoals je een plaat op de pickup sneller kunt laten draaien door er met je vinger meer vaart aan te geven, zo sleept dit nummer zich naar het einde, met de gastzangeressen, de operettezangeres en de trompettist in een hoofdrol.
Je hebt nog geen wanklank kunnen lezen en ik verklap het alvast; die komt er ook niet. We zijn toe aan nummer 7. Dit optreden duurt nog geen half uur, maar terwijl ik dit allemaal intik lijkt het wel dat het een hele dag heeft geduurd. Er gebeurde ook zoveel, ik vergeet meer dan de helft te noteren. Dit nummer is dan de track die ik al eerder op de radio had gehoord: Heitelân. Er is niks mis mee, misschien dan dat het tè lekker in het gehoor ligt.
Leaf, leaver, leafst. Je zingt het zo mee. Ik zie om me heen: Douwe zingt, naast me wordt gezongen en zelfs Ale geniet er zichtbaar van daar achter de knoppen. ’t Fielt as lava, mar ’t is de waarmte fan de klaai zingt Marius. Die warmte straalt ook echt af van de gezichten. Femmes Vattaal leeft zich weer ouderwets lekker uit op dit nummer en neemt het tegen het einde met een kleine optocht helemaal over. Reboelje gaat van het podium af. Naast me wordt in de handen geklapt en "hee hee" gezongen. Die zijn echt helemaal in de stemming zeg. Het blijkt het koor uit Ried te zijn. Marius komt met Hans Boschma terug op het podium en samen spelen ze Wûnslâns hert. Het feit dat Marius van oor tot oor glundert zegt denk ik wel genoeg. Zo zie je maar dat dit halfuurtje vol mooie momenten zit. En we zijn er nog niet, want dan klimt er een nieuwe ster op het podium. Een nieuwe toetsenist? Het is de dirigent van het koor Lokatie 17, Rinke Schroor. Hij speelt creatief in op het thema van Wûnslân, het koor doet de oooh’s en aaah’s. Het kan nog mooier, zo blijkt als Tsjerk er op saxofoon bij komt. Even later komt de rest van Reboelje er bij met Marius op basgitaar en is het tijd voor de Finale! Wûnslân, jou it kleur (II). Nog één keer laat iedereen z’n beste kunnen aan ons horen. Het applaus houdt terecht langer aan als anders. Sorry, dat ik wat subjectief ben geweest, maar het was echt goed.Zo dacht ik er niet alleen over. Wat dacht je van de burgemeester Piersma? Ook hij glundert van oor tot oor (wie niet?). Hij bedankt ze stuk voor stuk, de artiesten, de zangeressen en het koor. Het publiek onderstreept dit nogmaals met daverend applaus. En de cd? Piersma houdt even in … dat is een relatiegeschenk, zegt ie dan.Ook Ineke Scheen, de operettezangeres vond het ook enorm leuk om te doen. Vroeger zong ze altijd en overal. "Maar nu ben ik moeder, hè. En dan hoor je er ineens niet meer bij", zegt ze. Afgelopen woensdag dacht ze bij haar zelf: moet ik nu al naar huis, ik vind het veel te leuk. En toen is ze nog een hele tijd gebleven en wat heeft ze een lol gehad met de anderen. En dan was er nog die Hans Boschma. Je had hem moeten zien lopen: een soort Jan Wolkers, maar dan jonger en met een wel heel opvallende kleurrijke outfit. Hij is van zichzelf al een hele persoonlijkheid, speelt o.a. in de Leeuwarder Big band en daarnaast heeft ie nog wat bands. "Allemaal improvisatie", zei hij tegen me. "Erg leuk om te doen. Ik kreeg een cd met de muziek en dacht daar kan ik wel wat mee. Ik ben toen met Marius de studio ingedoken, maar dat valt nog niet mee. Vandaag speelde ik weer nieuwe dingen, leuk, wat andere loopjes". Ik vroeg ‘m nog even naar de verschillende muzikale thema’s. "Die Marius is gewoon geniaal, dat doet ie mooi". Ja, waar houdt dit op, dacht ik.Na een uurtje, als iedereen weer met beide benen op de grond staat en de die-hards een cd-tje hebben weten los te peuteren klinkt er al weer een Heitelân, maar nu een andere versie door het plaatselijke shantykoor dat de hal inmiddels heeft bezet. Durk zingt vrolijk mee terwijl hij op het podium bezig is met opruimen. Het is nog lang onrustig gebleven in Witmarsum. Er was tenslotte nog meer te doen dan een half uur Reboelje. Zeker is dat dit land zonder Reboelje geen Wûnslân is. Ze hebben het maar mooi ingekleurd.

Teade

 

Skiif: Wûnslân.

As projekt fan de gemeente Wûnseradiel yn ferbân mei it iepenjen fan it nije gemeentehûs hat Reboelje in skiif makke mei as ûnderwurp de skiednis en foaral de frijheid fan dizze gemeente. Dizze skiif is net yn'e winkels te krijen, mar allinnich as kunde-presintsje. Wy hawwe ús opsmiten as nije kunde fan'e gemeente as skriuwers yn Hamanaras en tasein dat wy fan dit spesiale wurk fertelle soene wat wy derfan fine. Om mei de doar yn'e hûs te fallen: eltsenien moat soargje dat er yn'e kunde komt mei dizze gemeente. It is in boppeslach. Fan myn part allegear sollisitearje of soksawat. It is in prachtige skiif wurden, dy't alhiel in kleur hat fan frijheid, mar ek fan gastfrijheid. Foar alle minsken yn alle kleuren: jou dizze gemeente kleur, do hearst der by. De slúf seit, dat "de iepening (fan it gemeentehûs) muzikaal opfleure" is troch Reboelje. Dat liket my wat koart: sa'n iepening kriget in folslein oare diminsje: as it gemeentehûs al wer troch de tiid ferslein is, sil de oerjierrige fans fan Reboelje dizze skiif noch faak belústerje. Sels wie ik de sneons by de libbene opfiering fan it stik: pikefel krigen men der fan, foaral troch de kombinaasje mei in ferskaat oan fijne gastmuzikanten en -sjongers. Dat makket dizze skiif in samlerstik. De wurden geane oer skiednis, frijheid, gastfrijheid: je tinke fansels oan seediken, Grutte Pier, Mennisten, mar ek oan in wolkom foar asylsikers. De wurden gean oer wraak, each foar each, ferjilding, mar ek oer leafde, de hertstocht en de waarmte fan'e klaai(!). Troch de projekt-foarm fan it gehiel is it stik beheind ta in lyts tritich minuten. It hie wat my oanbelanget wol in oere wêze mocht. Inkele nûmers binnen eins wat te koart. Mar hawar. Sa't it lêste nûmer seit: "wurd dochs net sa'n grize fûgel - lit dy gean en wêz dy iene - dy't, oars as al dy oaren - doart te swimmen tsin de stream".
Better kin men Reboelje hast net beskriuwe.

Jan Terpstra, Bûtenpost